Verenigingen profiteren momenteel nog veel van de uitzonderingsmogelijkheid die de
Wet Markt en Overheid biedt. Er zijn plannen om deze uitzonderingsmogelijkheid wettelijk te beperken. Minister Kamp van Economische zaken heeft besloten om de huidige Wet Markt en Overheid te handhaven tot 1 juli 2019. Dat is voor nu goed nieuws voor verenigingen, volgens Marjo Vink van juridisch adviesbureau Legal Letters.
Wat is de Wet Markt en Overheid?
Sinds 2012 bestaat deze wet, die onderdeel is van de mededingingswet. De wet moet concurrentievervalsing tegengaan bij gemeenten en overheden bij het geven van opdrachten en subsidies. Overheden moeten zich daarbij aan vier gedragsregels houden:
Uitzondering
Overheden kunnen een uitzondering maken op deze wet. Dat kan als een marktactiviteit in het algemeen belang is. Evaluatie van de wet heeft aangetoond, dat overheden op grote schaal gebruik maken van de mogelijkheid een uitzondering te maken. Met name in de richting van (sport)verenigingen, zodat deze verenigingen niet de werkelijke kostprijs hoeven te betalen voor hun accommodaties. Maar ook is gebleken dat de motivering daarbij vaak onvoldoende is. Dat is gunstig voor verenigingen, maar zorgt volgens de autoriteiten voor oneerlijke concurrentie in het bedrijfsleven.
Het kabinet wil deze uitzonderingsmogelijkheid voor overheden inperken. Daarvoor is een wetswijziging nodig. Deze wijziging kon niet plaatsvinden voor de datum waarop de geldigheid van de Wet Markt en Overheid vervalt. Daarom wordt de huidige wet nu verlengd tot 1 juli 2019.
Verenigingen kunnen dus nog even profiteren van de gunstigere regeling, maar moeten in de toekomst wel rekening houden met het feit dat gemeenten wellicht de werkelijke kosten van een accommodatie in rekening moeten gaan brengen.
Bron: NL Penningmeester – Marjo Vink, Legal Letters