Wanneer je bestuurder bent bij een vereniging, ben je wettelijk aansprakelijk voor de gevolgen van je handelen, ondanks dat het een vrijwilligersfunctie is. Onder welke voorwaarden kun je aansprakelijk gesteld worden?
Bestuurders kunnen op twee manieren aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van hun handelen:
1. De interne aansprakelijkheid
2. De externe aansprakelijkheid
De interne aansprakelijkheid
Bestuurders zijn wettelijk verplicht de aan hen opgedragen taak naar behoren te vervullen (art 2:9 BW). Gebeurt dit niet, dan zijn zij aansprakelijk ten opzichte van de vereniging. Het is dan ook de vereniging in de praktijk collega bestuursleden of de Algemene ledenvergadering – die de individuele bestuurder persoonlijk aansprakelijk kan stellen.
Voorwaarden interne aansprakelijkheid:
Voorbeelden van een onbehoorlijke taakvervulling zijn:
In de praktijk is bijvoorbeeld ook sprake van onbehoorlijke vervulling van de opgedragen taak wanneer een bestuurder voortdurend en bewust de reglementen terzijde schuift of wanneer hij of zij stelselmatig de crediteuren van de vereniging niet betaalt, of de vorderingen van de vereniging niet int.
Als een bestuurder zijn taak op een normale manier en binnen zijn bevoegdheden uitoefent, is de kans dat hij aansprakelijk zal worden gesteld voor een hem toerekenbare tekortkoming, op onbehoorlijk bestuur of op een onrechtmatige daad miniem. Slechts de bestuurder, die bewust ernstig fout handelt, zal in de problemen komen.
Wordt door de Algemene Ledenvergadering het besluit tot decharge genomen? Dan geeft de vereniging hiermee in feite te kennen dat de bestuurders hun taak in de voorafgaande periode naar behoren hebben vervuld. Let op: decharge sluit niet de aansprakelijkheid uit voor onbehoorlijk bestuur ten opzichte van derden.
De externe aansprakelijkheid
Deze betreft aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover derden. Hiervoor zijn drie mogelijkheden.
.
Komt bestuursaansprakelijkheid vaak voor?
Het komt niet vaak voor dat bestuurders van een vereniging succesvol persoonlijk aansprakelijk gesteld worden. Het is lastig om aan te tonen dat van onbehoorlijke taakvervulling of ernstige verwijtbaarheid sprake is. In de praktijk valt het met de risicos voor aansprakelijkheid van het bestuur en de individuele bestuursleden van verenigingen meestal dus wel mee.
De gevallen waarin bestuursleden aansprakelijk worden geacht, zijn over het algemeen overduidelijke incidenten. Daarbij moet gedacht worden aan grepen uit de kas, fraude, valsheid in geschriften en andere duidelijke onrechtmatige, en vaak zelfs strafbare, daden. Toch is voorzichtigheid geboden en blijft het bijvoorbeeld belangrijk om het handelsregister van de KvK bij te houden, de jaarstukken tijdig op te stellen, te zorgen voor voldoende inzicht in de financiën en geen risicovolle projecten aan te gaan die het voortbestaan van de vereniging kunnen bedreigen. Met andere woorden: bestuur met gezond verstand en als een goed huisvader!
Bron: NL Penningmeester
Afbeeldingen: MKB Servicedesk | Jeroen Denters | Loesje